A = Apostolische Gemeente
A.E. = Anglicaans-Episcopale Kerk
A.I. = Afgescheiden Israëlitische Gemeente
C.A. = Christelijk Afgescheiden Gemeente
C.E. = Christelijk Evangelische Gemeente
C.G. = Christelijk Gereformeerde Kerk
D. = Doopsgezinde Gemeente
D.E. = Duitse Evangelische Gemeente
E.B. = Evangelische Broedergemeente(Hernhutters)
E.L. = Evangelisch Luthers Kerkgenootschap
E.P. = Engels Presbyteriaanse Gemeente
Geen = Geen kerkgenootschap of vereniging met godsdienstig doel
G.G. = Gereformeerde Gemeente
G.G. = Gemeente van Gedoopte Christenen
G.K. = Gereformeerde Kerken
G.O.K. = Gereformeerde Gemeente onder het Kruis Heiligen der laatste dagen
H.A. = Gemeente der Herstelde Apostolische Zendingskerk
H.A.E.A. = Hersteld Apostolische Zendingsgemeente in de Eenheid der Apostelen
H.L. = Hersteld Evangelisch Luthersch Kerkgenootschap
L.H. = Leger des Heils
N.H. = Nederlands/Nederduits Hervormd Kerkgenootschap
N.I. = Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap
O.C. = Kerkgenootschap der OudBisschoppelijke Cleresie
O.G. = Oud-Gereformeerde Gemeente
O.G.K. = Oud-Gereformeerde Kerk
P.I. = Portugees Israëlitisch Kerkgenootschap
R. = Remonstrantse Broederschap
R.K. = Rooms Katholiek Kerkgenootschap
S. = Schotse Gemeente
Th.V. = Theosophische Vereniging
V.G. = Vrije Gereformeerde Gemeente
W. = Waalse Gemeente
WH = Waals Hervormd
Z. = Zendingsgemeente
Z.A. = Nederlandse Vereeniging van Zevende-dags Adventisten

Indeling van Kerkelijke gezindte (1853 – 1855)

– Anglik. Episcopalen
– Christelijke Afgescheidenen
– Doopsgezinden / Menonieten
– Engelsch Hervormden
– Evangelisch Lutherschen
– Fransche of Waalsche Hervormden
– Grieken
– Herst, Evang. Lutherschen – Hersteld Lutherschen
– Nederduitsch Hervormden
– Nederduitsche Israelieten
– Oud Roomschen
– Portugesche Israelieten
– Remonstranten
– Roomsch Catholijken

Indeling van Kerkelijke gezindte Volkstelling 1920

– Behorende tot de Gereformeerde kerken
– Christelijk Gereformeerd
– Doopsgezind
– Evangelisch Luthersch
– Herstel Luthersch
– Nederduitsch Hervormd
– Nederlandsch Israeliet
– Oud Roomsch
– Personen behoorende tot eene andere kerkelijke gezindte
– Personen behoorende tot geen kerkelijke gezindte
– Personen waarvan de kerelijke gezindte onbekend was
– Portugeesch Israeliet
– Remonstrant
– Roomsch Katholiek
– Waalsch Hervormd